Van Silfhout hoopte op 300 kilo boekweit van de akkers in Renkum en Wageningen. Tot zijn grote verrassing leverde de oogst afgelopen woensdag maar liefst 1000 kilo op.
,,Ik vond dat ik eigenlijk te lang had gewacht met het oogsten. Veel boekweit zat nog in de bloem en toen sloeg het weer om en werd het dagenlang nat. Ik was bang dat alles zou mislukken. In dit vak moet je scherp blijven. Je moet het soms tussen de buien door ‘van de akker stelen’”, zegt Van Silfhout.
Inheemse streekgranen terugbrengen
Zijn grote missie is om inheemse streekgranen terug te brengen in het Nederlandse landschap om zo biodiversiteit en natuurwaarden te herstellen.
,,De landbouw die nu in ons land bestaat, gaat ten koste van de natuur. Omdat we te veel vee hebben, is ons boerenlandschap eigenlijk een lelijke veefabriek geworden”, vindt hij.
Er is volgens hem een monocultureel landschap ontstaan van snijmaïs en raaigras. ,,Die hongeren de grond uit. Bovendien groeit er tussen de maïs geen akkerflora. Het is een dorre woestijn.”
Bodems weer gezond
Door inheemse granen te verbouwen, worden de bodems weer gezond en zorgt Van Silfhout voor grondstoffen voor streekproducten zoals brood en bier. ,,Zo kan er een gezonde lokaal-regionale markt ontstaan, waarin boeren weer met elkaar samenwerken. Maar liefst 93 procent van de granen die we in ons land gebruiken voor brood, bier en koekjes komt niet uit Nederland. Dat is toch bizar?”
Van Silfhout is van huis uit onderzoeksjournalist. Nadat hij een boek schreef over landbouw en de voedingsindustrie, besloot hij om zelf te gaan boeren. Hij begon in 2017 met het telen van zomergerst en Aalter troshaver op de Wageningse berg. Inmiddels is het hem gelukt om de verdwenen gewassen Veluws kruiprogge en grijs Brabants zandboekweit terug te telen.
27 kilo roggezaad
Het zaad van deze gewassen kreeg Van Silfhout in 2018 van de vorig jaar overleden Loek Hilgers, die het uit een Duitse zadenbank terug naar Nederland haalde. De twee kilo grijs Brabants zandboekweitzaad waar Van Silfhout in 2018 mee begon, wist hij inmiddels dus al tot meer dan 1000 kilo te vermeerderen.
Ook de Veluws kruiprogge sloeg aan. ,,Ik kreeg 27 kilo van dit prachtige roggezaad en het is me gelukt om daar in 2018 zo’n 200 kilo van te maken op velden in Velp en Wageningen. Vorig jaar was de opbrengst al 2500 kilo, dus toen kon ik er brood en bier van laten maken.”
De oude teeltwijzen zijn volgens Van Silfhout het meest in balans met de natuur, maar dat betekent niet per se dat ze eenvoudig uit te voeren zijn. ,,Het is echt een avontuur, het is gruwelijk pionieren. Er gaan ook veel dingen mis. Ik snap best dat boeren in het verleden gestopt zijn met boekweit”, geeft hij toe.
Het levert een smakelijke, glutenvrije korrel op waarmee je veel kunt maken, zoals bier, brood, noedels en pannenkoeken.
Oogst is moeilijk
De oogst is moeilijk omdat het gewas in drie fases rijpt. ,,Soms vallen er al korrels af onderaan de stengel, terwijl de boekweit aan de bovenkant nog in de bloemetjes zit. Het is een verrekt lastig gewas, maar ik ben er verliefd op geworden.”
Zo bloeit boekweit maar liefst 100 dagen. ,,In die periode zie je heel veel bijen, vlinders en vogels. Het is echt het landbouwgewas met de hoogste natuurwaarde. Verder bindt boekweit veel stikstof en heeft het niet eens mest nodig. Het levert een smakelijke, glutenvrije korrel op waarmee je veel kunt maken, zoals bier, brood, noedels en pannenkoeken.”
Herstellen van de akkers
De Arnhemse bakker Tom van Otterloo bakt van de rogge en boekweit brood en de Stadsbrouwerij Wageningen brouwt van de zomergerst en rogge een natuur-streekbier. Van Silfhout hoopt dat er in de toekomst nog veel meer samenwerkingsverbanden ontstaan tussen boeren, bakkers, brouwers, herders, imkers en boswachters.
,,Maar het is vooral belangrijk dat de overheid de transitie voor boeren ondersteunt en dat de consument bereid is om meer voor deze streekproducten te betalen. Met brood van graan uit de Oekraïne kunnen we niet concurreren, maar wie brood en bier koopt van Graangeluk helpt daarmee onze akkers te herstellen.”
Dit artikel was van oorsprong gepubliceerd in de Gelderlander en door hier te klikken kun je het originele artikel bekijken.